maandag 5 oktober 2015

Waarom ik van muizen houd (soms)...

Vandaag kwam ik nog even wat oogsten in de serre (zie vorige post). Toen ik de rijpe tomaatjes aan het uitzoeken was, hoorde ik een enthousiast gepiep aan de andere kant van de serre. Een spitsmuisje sloeg alarm voor de indringer op haar territorium. Ja, het mag dan wel ik zijn die de serre daar geplaatst heeft, zij brengt er samen met de familie haar dagen door...



Zoals je weet, bestrijd ik hoegenaamd niks, geen insecten, schimmels, knagende zoogdieren... Enkel voor sommige ongewenste gewassen maak ik een uitzondering, die worden uitgetrokken en ter plaatse achtergelaten.

Plaagbestrijding zorgt er immers voor dat je het evenwicht dat zich nog dient te herstellen, verstoort.

Als je bijvoorbeeld last hebt van een bladluizenplaag en je verdelgt de bladluizen op om het eender welke manier, dan mag je insectenhotels plaatsen zoveel je maar wil. Lieveheersbeestje zullen niet komen als je hun belangrijkste voedselbron uitroeit. Zolang je de plagen bestrijdt, komt er geen evenwicht. De plagen zijn er uiteraard steeds eerst, dat is het probleem waarmee je moet leren omgaan. Elk jaar opnieuw zullen de plagen weerkomen en elk jaar opnieuw ontneem je de predatoren de kans om zich te vestigen.

Zo ook in mijn serre. Ik had deze zomer wat last van grote, vette spaanse wegslakken. De schade beperkte zich enkel tot enkele Coeur de Boeuf tomaten; slakken met een goede smaak dus!
Enkele weken geleden, merkte ik echter op dat de vraatschade aan de tomaten ophield. Geen enkele tomaat was beknabbeld!

Dankjewel, familie spitsmuis, jullie bevestigen me dat biodiversiteit inderdaad de enige oplossing is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten